Vallen cryptocurrencies buiten het bereik van het conventionele recht? De afdeling Criminal Litigation onderzoekt een intrigerende zaak die rechters voor een dilemma stelde toen deze voor het High Court kwam.
Op 25 maart 2022 heeft het Hooggerechtshof een uitspraak gedaan over belangrijke vragen met betrekking tot jurisdictie en cryptocurrency in de zaak Tulip Trading Ltd (TTL) tegen Bitcoin Association for BSV, de oorspronkelijke Bitcoin.
De eiser, TTL, is een holdingmaatschappij van Dr. Craig Wright, opgericht op de Seychellen. TTL beweerde dat ze waren geblokkeerd van hun Bitcoin-account na een hack op de computer van Dr. Wright en dat Bitcoin ter waarde van £1,1 miljoen die eigendom was van TTL het onderwerp was van deze hack.
Bovendien waren de privƩsleutels die nodig waren om toegang te krijgen tot de rekening gestolen en verwijderd van de computer van Dr. Wright. Daarom was TTL niet in staat om toegang te krijgen tot de Bitcoin of deze te controleren.
In tegenstelling tot andere cryptocurrency-hacks die we recentelijk hebben gezien, was de Bitcoin in kwestie niet echt van zijn oorspronkelijke locatie gehaald of ergens anders naartoe overgebracht. Zonder de privƩsleutels kon TTL er echter geen toegang toe krijgen.
In het licht hiervan stelde TTL geen rechtsmiddelen in tegen de vermeende daders van de hack. In plaats daarvan spanden ze een procedure aan tegen de 16 kernontwikkelaars (de gedaagden) die de software beheerden van 'de netwerken' waarop de Bitcoin was opgeslagen.
TTL stelde dat de gedaagden een fiduciaire of onrechtmatige daadsplicht hadden om TTL te helpen de controle over en het gebruik van de Bitcoin terug te krijgen. Als dat niet mogelijk was, vorderde TTL billijke compensatie of schadevergoeding als het eerste middel niet succesvol was.
Een belangrijk punt in deze zaak was het feit dat geen van de gedaagden in Engeland en Wales gevestigd was. In plaats van een volledige rechtszaak was de uitspraak daarom in feite een kort geding dat specifiek betrekking had op de betwisting door een aantal gedaagden van de rechtsbevoegdheid van de rechtbank en de mogelijkheid om betekening toe te staan buiten Engeland en Wales.
Om de verweerders in hun bevoegdheidsaanvraag te laten slagen, moest aan de volgende vereisten worden voldaan:
Of er een serieuze zaak te berechten viel
Of er een goede reden was om aan te nemen dat de zaak binnen een of meer van de jurisdictionele gateways viel zoals uiteengezet in CPR PD 6B, paragraaf 3.1; en
Of in alle omstandigheden:
1.Engeland duidelijk of onmiskenbaar het geschikte forum is voor de berechting van het geschil; en
2.De rechter moet gebruik maken van zijn beoordelingsvrijheid om de betekening van het geding buiten het rechtsgebied toe te staan.
Dit in overweging nemend oordeelde de rechtbank dat TTL geen serieuze kwestie had vastgesteld die ten gronde diende te worden behandeld. Daarnaast oordeelde de rechtbank dat ontwikkelaars TTL geen fiduciaire verplichtingen verschuldigd waren om de volgende redenen:
Het is niet realistisch om te zeggen dat Bitcoin-eigenaren hun eigendom hebben toevertrouwd aan een fluctuerende, onbekende groep softwareontwikkelaars.
Het onderscheidende kenmerk van een fiduciaire relatie is de verplichting tot 'onverdeelde loyaliteit'. De stappen die TTL van de gedaagden eiste - zoals het schrijven en implementeren van een software 'patch' die TTL in staat zou stellen de Bitcoin terug te krijgen - zouden echter alleen TTL - en niet de andere gebruikers van het netwerk - ten goede komen. In feite stelde de rechtbank dat de door TTL gewenste veranderingen zelfs nadelig zouden kunnen zijn voor andere gebruikers van het netwerk; en
De eisen van TTL hadden verweerders aan risico's kunnen blootstellen, bijvoorbeeld als de ontwikkelaars de softwarepatch voor TTL hadden gemaakt, zou de mogelijkheid bestaan dat potentiƫle rivaliserende eisers van de Bitcoin een legitieme vordering tegen verweerders zouden hebben.
Uit dit resultaat kan worden afgeleid dat, hoewel deze zaak een smalle potentiƫle weg naar aansprakelijkheid en genoegdoening heeft opengelaten, het vonnis kan worden gezien als het benadrukken van de belangrijkste zorgen dat de onrechtmatige daad en het gewoonterecht niet in staat blijken zich aan te passen aan nieuwe technologieƫn en kenmerkende internationale/grensoverschrijdende bedrijfs- en commerciƫle structuren.
Bovendien zijn wet- en regelgeving weliswaar de enige haalbare route, maar dergelijke wet- en regelgeving moet wel internationale samenwerking weerspiegelen. Als die samenwerking niet wereldwijd is, is de kans klein dat ze effectief is.
Dit roept de vraag op: betekent dit dat Bitcoin en andere cryptocurrencies buiten het bereik van de conventionele wet vallen?
Het antwoord wordt op dit moment ontrafeld en het zal interessant zijn om te zien hoe de juridische ontwikkelingen in deze ruimte zich de komende jaren zullen ontwikkelen, vooral gezien de recente volatiliteit van Bitcoin en andere cryptocurrencies, waardoor veel beleggers mogelijk verlies zullen lijden.
Neem voor meer informatie contact op met Piers Desser op 020 7613 1402 ofĀ e-mail